Golf woordenboek
H
- Handicap
- Cijfer dat aan elke speler wordt toegekend en dat het gemiddelde verschil aangeeft tussen zijn score en de par van de golfbaan.
- Hanging Lie
- Een bal die op een hellend vlak ligt.
- Hazard (hindernis)
- Een bunker, greppel, stroom of vijver.
- Hole
- Het doelwit op de green waar de bal tenslotte in gespeeld moet worden. De hole heeft een doorsnede 4,5 inch (11,25 cm.) Ook de benaming voor de hele afstand tussen de tee en de green.
- Holing-Out (een hole maken)
- De bal in de hole slaan.
- Hook
- Een slag die in de vlucht sterk afwijkt van rechts naar links.
- Hosel
- De plaats waar de steel van de club in de kop is bevestigd.
begin van de pagina
Golfclub Burg Zievel, Mechernich, Duitsland
Ring of Kerry, Ierland